Signalering

Probleemgedrag (h)erkennen

'Probleemgedrag kun je vergelijken met koorts':

Het is een manier om aan te geven dat er sprake is van een ander probleem. Net zoals koorts aangeeft dat er iets met het lichaam aan de hand is. Probleemgedrag is soms voor de cliënt de enige manier om zich te uiten.

Koorts kun je behandelen met bijvoorbeeld paracetamol. Maar daarnaast moet je ook onderzoeken waar de koorts vandaan komt.

Als een cliënt met probleemgedrag een direct gevaar vormt voor zichzelf of voor anderen, zul je ook het symptoom moeten bestrijden. Bijvoorbeeld door iemand tijdelijk apart te zetten.

Maar net als bij koorts moet je verder zoeken: waar komt dit gedrag vandaan? Wat is er aan de hand? Een cliënt kan pijn hebben, maar niet in staat zijn dat aan te geven. Of een cliënt verveelt zich enorm zonder dat iemand dat doorheeft. Er kan ook sprake zijn van een psychiatrische stoornis, enzovoort.

De aanpak van probleemgedrag moet dus gericht zijn op het onderliggende probleem en dat verschilt per cliënt.

Symptomen

Meerdere factoren

Probleemgedrag wordt bijna altijd veroorzaakt door meerdere factoren tegelijkertijd. Menselijk gedrag ontstaat door een ingewikkelde interactie van biologische, psychologische en sociale en fysieke omgevingsfactoren. Daarom is dé oorzaak van probleemgedrag meestal niet aan te wijzen en is er meestal niet één oplossing.

Context

Probleemgedrag is context gebonden. Dat wil zeggen: gedrag dat problematisch is in een bepaalde context, hoeft dat elders niet te zijn. In een thuissituatie kan zwerfgedrag problematisch zijn, maar in een instelling hoeft dat niet het geval te zijn, als iemand vrij en veilig naar buiten kan en binnen voldoende ruimte heeft.

Probleemgedrag of onbegrepen gedrag?

In de nieuwe richtlijn Probleemgedrag bij mensen met dementie (januari 2018) is bewust gekozen voor de term ‘probleemgedrag’ en niet voor ‘onbegrepen gedrag’, ‘moeilijk te begrijpen gedrag’ of ‘moeilijk te hanteren gedrag’. De samenstellers van deze richtlijn lichten toe: ‘Probleem (Latijn: problema = opgave) geeft goed aan dat we voor een opgave staan’. Het betekent overigens niet dat het probleem in de persoon met dementie gezocht moet worden. Met een methodische aanpak van probleemgedrag zoek je juist naar de onderliggende factoren, die evengoed in de omgeving kunnen liggen. Zorg voor Beter volgt met de themanaam Probleemgedrag de keuze van de samenstellers van deze richtlijn. Dit geld ook voor probleemgedrag bij cliënten die niet bekend zijn met dementie.

Vormen van probleemgedrag

In de wijk kom je verschillende vormen van probleemgedrag tegen. Hieronder staan de meeste vormen van probleemgedrag beschreven. Verschillende vormen van probleemgedrag in de wijk:

  • Agressie: Gewelddadig gedrag zoals verbale agressie: schelden, vloeken, beschuldigen, dreigen en handelende agressie zoals slaan, duwen, schoppen, vernielen, met voorwerpen gooien, dreigende gebaren maken en automutilatie.

  • Negativisme: Gerichte afweer of verzet, tegenwerken bij de verzorging(situationeel), (alle) hulp afwijzen, medicatie en voeding weigeren, altijd klagen, nergens tevreden over zijn, altijd kritiek hebben.

  • Claimend gedrag: Zodanig aandacht en hulp vragen dat dit leidt tot irritatie bij hulpverleners.

  • Prikkelbaarheid: Zeer snel boos, geïrriteerd of ontstemd zijn.

  • Apathie: Initiatiefloos gedrag, niet tot activiteiten te bewegen, niet uiten van emoties.

Checklist


Flowchart mogelijke somatische oorzaken.pdf

Bronnen en meer achtergrondinformatie

  • Richtlijn probleemgedrag 2008

https://www.zorgvoorbeter.nl/docs/beteroud/ngn/richtlijn-probleemgedrag-2008.pdf

  • Wat is probleemgedrag of onbegrepen gedrag?

https://www.zorgvoorbeter.nl/probleemgedrag-ouderen/wat-is-onbegrepen-gedrag